For the english version you need to be here! 🙂

Benodigdheden:

– Garen in de kleur die jij leuk vind, geschikt voor 3 mm breinaalden, +/- 45 meter

– 3 mm rondbreinaalden. Deze moeten in totaal sowieso 40 cm lang zijn. (OF je mag ook rechte breinaalden gebruiken als je liever niet met rondbreinaalden werkt.)

– Een grote naald om de draadjes weg te werken

– Een stoomstrijkijzer, een paar spelden en iets zachts om ze in te stoppen voor het “blocken”

– Een kopje van wat je maar lekker vind, en een goed humeur 🙂

Stekenverhouding (in tricotsteek): 10 x 10 cm = 27 steken, 40 rijen

Gebruikte steken:

Gewone tricotsteek rondgebreid = Brei alle rijen recht. ( of als je rechtbreinaalden gebruikt = Brei een rij recht, een rij averecht.)

Maten (na het “blocken”): 10 cm hoog en 14 cm breed

Als je er klaar voor bent gaan we beginnen!

Zet 74 steken op en schuif ze naar je linker naald.

Trek je werkdraad, en je draadeind strak om zo een kleine cirkel te creëren. ( als je werkdraad van rechts komt, dan doe je het goed) Zorg ervoor dat al je steken naar binnen wijzen. Brei nu in de eerste steek, met je rechter breinaald, om de cirkel te sluiten. Trek het erg strak aan, zodat je later geen tussenruimte over houd, en ga door met breien.

Ga door totdat de steken op je linkernaald strak aan beginnen te voelen (dit is nog steeds de eerste ronde).

Stop met breien en trek je rechter naald eruit. Schuif de steken weer op je linker naald, en ga door met breien in de rondte. Zorg ervoor dat, als je weer begint met breien, je deze steek goed aan trekt. Hierdoor blijven alle steken mooi gelijk (niet te los).

Ga door op deze manier totdat je 40 rondes tricotsteek hebt gebreid. Hecht je steken losjes af, en schuif de laatste steek van je naald.

Haal het garen door je naald, en trek het door je laatste steek (de lus die je hebt afgeschoven).

Trek het garen door de eerste steek aan je linkerkant.

Trek het daarna door de eerste steek aan je rechterkant, en werk het door een aantal steken aan de bovenkant voor een mooie afwerking.

Op deze manier lijken alle steken aan de bovenkant gelijk.

Dat is het! Makkelijk toch?

Nadat je al deze stappen hebt gedaan, is het tijd om je werkstuk te “blocken”.

Hoe “block” je het werkstuk:

Gebruik een strijkplank, matras, iets waarin je spelden kunt steken (Ik gebruikte mijn strijkplan hiervoor). Leg je werkstuk plat op je strijkplank en speld een kant vast. Rek tot de andere kant zodat het zo wijd wordt als het zou moeten, in dit geval 14 cm, en speld die kant ook vast. Nu doe je hetzelfde met de boven en onderkant, en speld je die ook vast op de correcte hoogte (10cm). Ga met een stoomstrijkijzer (of een normale strijkijzer en een vochtige doek) over je werkstuk totdat het geheel vochtig is. Laat het nu liggen totdat het droog is.

De afmetingen na het “blocken” zouden 10 cm hoog x 14 cm breed moeten zijn. Het is belangrijk zeker te weten dat het deze maten heeft, want je hebt ze nodig voor de rest van de tutorial. Ook is het veel makkelijker mee te werken omdat de boven – en onderkant niet meer omkrullen.

Voor de rechtbreiers: Nadat je de steken hebt afgehecht laat je het draaduiteinde lang. Vouw je werkstuk door de helft in de breedte, naai de zijkant dicht met het draaduiteinde. Jouw werkstuk moet ook worden “geblocked” naar de afmetingen die hierboven worden gegeven.

 

Benodigdheden:

– Je “geblockte” breilapje

– Een beetje nep suède, of een andere stof die dik genoeg is om je breilapje te “dragen”.

– Een beetje stof dat je kunt gebruiken voor de voering en de trek-tunnel.

– Een knoop met gaten groot genoeg om je koord doorheen te trekken.

– Een koord van +/- 70 cm lang, en dun genoeg om door de knoopsgaten heen te kunnen.

-Een grote naald om het koord door de tunnel heen te trekken.

– Alle standaard naaibenodigdheden, zoals een naaimachine, stofschaar, liniaal, centimeter, spelden, stoomstrijkijzer, strijkplank etc.

– Heel veel plezier en een goede instelling 😉

Tips en notities:

– Alle naden zijn 5 mm breed.

– Als je naait met een stof die snel gaat ravelen, kun je beter elke naad zigzaggen na het naaien.

– Het is aan te bevelen om elke naad na het naaien te persen met een stoomstrijkijzer. Op deze manier zien alle naden en mooi en strak uit, en zijn ze makkelijker mee te werken.

– Als je niet zeker bent van de naai – skills bij sommige stappen, dan kun je die delen eerst aan elkaar rijgen met de hand, of met de machine, zodat je zeker weet dat de delen nergens meer heen gaan.

– Als je geen naaimachine hebt is het mogelijk om alles met de hand te doen, dit duurt alleen wat langer.

– Als je begint en eindigt met naaien, is het aan te raden om aan en af te hechten. Dit maakt het geheel veel sterker.

– Het is wijs om, als je stopt met naaien op een punt, te stoppen met de naald in de stof. Op deze manier ben je altijd de baas over je werkstuk.

Voordat je begint met naaien heb je het volgende nodig:

Knip twee rechthoeken van de nep suède of andere stevige stof van 15 cm breed, en 10 cm hoog. Dit is je bodem.

Knip twee rechthoeken van de voeringsstof van 15 cm breed, en 18 cm hoog. Dit is je voering.

Knip twee stroken van de voeringsstof van 30 cm breed, en 3 cm hoog. Dit is je trek – tunnel deel.

Stap een: De bodem

 

 

Leg de twee rechthoeken van de onderkant met de goede kanten op elkaar. Speld en naai de zijnaden. Naai de onderkant nog niet dicht.

Schuif je breilapje in de bodem met de goede kanten op elkaar (zie plaatje hierboven). Speld het op zijn plek, beginnend met de middenvoorkant en de middenachterkant, en speld dan de zijkanten. Op deze manier kun je de stof beter verdelen, en weet je zeker dat alles op de goede plek zit.

Dit is hoe het er dan uit ziet aan de goede kant (nadat je de naden hebt geperst).

Nu moet je je breilapje naar boven schuiven (zie plaatje hierboven), zodat we de onderkant kunnen naaien. Speld en naai de onderkant met de goede kanten op elkaar.

Nu is het tijd om de hoeken te “boxen”! Leg je bodem plat op zo’n manier dat de zijnaad en de ondernaad elkaar raken aan de goede kant van de stof (de kant die je nu niet kunt zien), zodat je een driehoeksvorm creëert. Steek een speld door deze twee naden, zodat ze niet verschuiven. Meet 2 cm vanaf de punt van de driehoek naar binnen. Markeer deze hoogte in een verticale lijn en naai deze lijn. Nu ontstaat een kleinere driehoek. (Zie plaatje hierboven)

Doe hetzelfde met de andere kant, en knip de punten af.

Draai je werkstuk binnenstebuiten, zodat de goede kant buiten is, en druk de hoeken naar buiten. Het plaatje hierboven laat zien hoe het er nu uit zou moeten zien. Leuk toch? 🙂 De bodem is nu klaar, dus geef jezelf een schouderklopje of een high five ( of allebei, ik zou allebei doen), en ga door met deel twee!

Stap twee: De voering

Ik denk dat er heel veel mensen zijn die bang zijn om dingen te voeren, maar ik beloof je, dat als je dit hebt gedaan, je deze manier kunt gebruiken om zo’n beetje alles te voeren!

Leg de twee voeringsdelen met de goede kanten op elkaar en speld de zij- en ondernaden, de bovenkant blijft open. Laat aan een zijkant een stuk open van ongeveer 6 cm, zoals de afbeelding hierboven. Het is belangrijk om de opening niet te smal te maken, omdat je complete werkstuk hier doorheen moet, en je zult later zien waarom.

Als je bezig bent met het naaien van de voering, moet je stoppen waar je de opening hebt gespeld, hecht af, en ga door naar de tweede speld. Het is heel belangrijk dat je bij de opening aan- en afhecht, omdat het hele tasje erdoor moet. Als je bij je eerste hoek komt, stop je 5 mm ervoor met de naald in de stof, draai je werkstuk 90 graden en ga door. Herhaal dit met de tweede hoek.

Nu moet je de hoeken “boxen” zoals je deed met de bodem. “Box” die hoeken!

Je voering zou er nu zo uit moeten zien zoals het plaatje hierboven. Stop even om dat leuke stofje te bewonderen 🙂

Ik neem mijn hoed af voor je, je voering is nu klaar! Na de theepauze kun je door naar deel drie.

Stap drie: De trek – tunnel

Vouw een van de stroken met de goede kanten op elkaar en naai de zijnaad dicht om een tunnel te creëren.

Vouw de zijkanten van de andere strook 5 mm terug met de verkeerde kanten op elkaar. Pers deze vouwen, zodat het makkelijker is om later te naaien.

Nu moet je de bovenkant van de stroken met de goede kanten op elkaar spelen, beginnend met de terug gevouwen kanten van de tweede strook. Die vouwen worden de opening van de tunnel. Het is belangrijk dat de vouwen goed aansluiten, dus zorg ervoor dat het bij elkaar blijft tijdens het naaien. Het is aan te bevelen deze stap eerst te rijgen, zodat het makkelijker te naaien is, maar dat hoeft natuurlijk niet ;). Kies een punt uit dat verder weg ligt van deze vouwen, zodat het niet kan gaan schuiven en naai de hele bovenkant.

Nadat je de naad hebt geperst, vouw je de tunnel met de verkeerde kanten op elkaar, en stik je de bovenkant door met een smalle steek, 2 a 3 mm van de zijkant. Je kunt zien op het plaatje dat de vouwen van de tunnel opening elkaar mooi raken. Het doorstikken zorgt ervoor dat de opening steviger is, niet kan gaan scheuren, en zodat de bovenkant mooi plat is.

Je doet het hardstikke goed, we zijn er bijna! Het is tijd om het allemaal in elkaar te gaan zetten, yay!

Stap 4: Alles in elkaar zetten

Schuif het tasje in de trek – tunnel met de goede kanten op elkaar. De onafgewerkte randen van de tunnel staan omhoog, en de tunnel opening wijst naar de goede kant van het tasje. Zorg ervoor dat de opening in het midden van de voorkant van het tasje is. Zorg er ook voor dat de vouwen van de opening bij elkaar blijven, zodat je later geen gapend gat hebt.

Speld alles op zijn plek en rijg de delen aan elkaar (begin net na de opening zoals de vorige stap), zo dicht mogelijk tegen de rand. Waarom moet ik zo dicht tegen de rand rijgen? Na deze stap word je steek weer een gewone steek om de voering erin te zetten. Deze komt parallel aan de rijgsteek. Omdat je zo dicht tegen de rand hebt geregen, hebben we nu ruimte om de steek voor de voering gewoon 5 mm breed te laten zijn. Anders is er een kans dat je je naad breder moet maken (wat zonde zou zijn van al dat breien), of de rijgsteek zal zichtbaar worden aan de goede kant als je alles de goede kant op hebt gedraaid.

Nadat je de tunnel aan het tasje hebt geregen, is het tijd om te voeren! Schuif het tasje in de voering met de goede kanten op elkaar. Alle onafgewerkte randjes staan naar boven. Zorg ervoor dat de bovenkant van de trek – tunnel naar beneden wijst, zoals de afbeelding hierboven. Speld het op zijn plek, beginnend met de middenvoorkant en de middenachterkant, en doe dan de zijkanten. Het enige wat je nu kunt zien zijn verkeerde kanten, dat is een goed teken! Als je dit eerst wilt rijgen, ga je gang. Naai nu langzaam de bovenkant.

Nu is het tijd voor een beetje magie, het moment waar je op hebt zitten wachten! Stop je vingers in de opening van de zijkant van de voering, en trek het tasje er helemaal door.

Het enige wat je nu ziet, zijn goede kanten, goed zo!

Ten slotte moet je nog die opening waar je het tasje door hebt getrokken sluiten. Dit kun je met de hand doen, of met de machine. Ik doe het met de machine. Als dat tasje eenmaal vol is, zie ik die naad nooit meer 😉

Nu moet je nog de voering in het tasje duwen, en het goed erin persen, zodat het mooi en plat is.

Als je zover bent gekomen, dan ben ik erg trots op je! Haal wat chocolade om je grote overwinning te vieren 🙂

Stap 5: De kers op de slagroom

Natuurlijk zou een trek – tunnelzakje geen trek – tunnelzakje zijn als  er geen koord zou zijn om aan te trekken. Dus met je naald en je koord haal je de koord door de opening van de tunnel. Pak je knoop, en druk een van de uiteinden van het koord erdoor. Herhaal dit voor het andere uiteinde. Maak wat knoopjes aan het eind van je koord, waar je de knoop wilt laten stoppen, en knip het restant af (mocht dat nodig zijn). Nu ben je klaar!

Een groot hoera voor jou! Ik hoop dat je net zo hebt genoten van deze tutorial, als dat ik heb genoten van het maken ervan 🙂

Big hurray for you! I hope you’ve enjoyed this tutorial as much as I had making it 🙂

Ik zou het geweldig vinden om deze zakjes te zien als je er een (of meer) hebt gemaakt! Je kunt de foto’s opsturen naar aspoonfulofyarn@hotmail.com. Je kunt me taggen op instagram: @xxkurisuxx of een foto opsturen naar de facebook pagina van a spoonful of yarn.

En natuurlijk, als je vragen hebt kun je het me laten weten via het emailadres hierboven of het contactformulier gebruiken.